Over mij

Waar ik ben opgegroeid
Ik woonde in Amsterdam-West, het eerste meisje na drie jongens. Daarna kwamen er nog acht kinderen. Twaalf kinderen in totaal!
Elke dag speelde ik buiten: tikkertje, verstoppertje, touwtje springen, elastieken, haasje over, landjepik, knikkeren.

Leven in een groot gezin
Het leuke van een groot gezin is dat er altijd wel iemand is met wie je een spelletje kunt doen: mens erger je niet, monopoly, mikado, hartenjagen, pesten, stap op, tafelvoetbal.
En een paar keer per week ging ik naar de bibliotheek aan de overkant van de straat. Ik had veel boeken nodig, want ik las een boek per dag.
De rustigste plek om te lezen was de wc. Het liefst ging ik nadat mijn vader een grote boodschap had gedaan. Die stak daar altijd een sigaar bij op en dan rook het er zo lekker.
Toen ik op de middelbare school zat, ging ik de boeken van mijn ouders lezen. Nederlandse, en voor mijn boekenlijst Duitse, Franse en Engelse boeken. Ik mocht alles lezen.

Plagen
*Je doet het licht uit om te gaan slapen, als het gordijn opeens begint te bewegen. Een hol ‘whoeoe’ klinkt. Je gilt. Grapje van een zus!
*Kijk eens, fluistert een broer, pindakaas. Neem maar een lik. Niemand die het ziet.
Natuurlijk doe je dat. Meteen sta je in brand. Geen pindakaas maar mosterd. Lekker! zeg je stoer.
*Je steekt je been in een pyjamabroekspijp en valt om. Je been is blijven steken. Nog een keer. Weer lukt het niet. Je broekspijp is dichtgenaaid.
*Sta je onder de douche, gaat het licht opeens uit. Iemand heeft de stroom uitgeschakeld.
*Je wil een hap van je toetje nemen als een broer er een neuspeuter in mikt. Of doet alsof. In ieder geval hoef jij dat toetje niet meer. Die broer wel.

brugklaskamp

Later
Na school en universiteit ging ik, 22 jaar oud, Nederlands geven op een havo en atheneum. Eén keer heeft een collega mij in de pauze de klas uitgezet. Hij dacht dat ik een leerling was.
Ik ging graag met de leerlingen de school uit, naar een drukkerij of museum. Tot de leiding daarachter kwam. Toen bleek dat ik voor zo’n uitstapje toestemming moest vragen, omdat de school tijdens schooltijd verantwoordelijk was voor de leerlingen. Wist ik veel.
Na een jaar of twaalf werd ik zelfstandig ondernemer en ging trainingen Nederlands geven voor bedrijven en ministeries, en teksten schrijven en redigeren voor allerlei organisaties en tijdschriften. Dat laatste doe ik nog steeds, maar minder vaak dan eerst.
Tussendoor kreeg ik een dochter. Zij heeft me met haar grappige observaties en opmerkingen vaak geïnspireerd tot het schrijven van verhalen.

Nu
Tegenwoordig woon ik met mijn man op IJburg. Bijna elke avond zie ik hier de zon prachtig ondergaan. Dan krijgt de lucht de mooiste kleuren.
Als ik het zou kunnen, zou ik in een lekkere vrieswinter gaan schaatsen op de plas voor mijn huis. Zwemmen doe ik daar wel, alleen in de zomer. Dan ga ik ook vaak naar mijn volkstuin. Onkruid uitrukken en naar vogels luisteren.

Mijn broers, zussen en ik plagen elkaar nauwelijks meer. Maar soms, als we toevallig met een paar aan tafel zitten, wijst er nog wel eens eentje naar het raam en zegt verbaasd: ‘Kijk daar nou!’ En als je niets bijzonders ziet en wil vragen wat er dan was, is dat heerlijke kroketje van je bord verdwenen. …